Nissan staat voor een kruispunt met zijn iconische GT-R-supercar. Het bedrijf, dat ooit graag een volledig elektrische opvolger wilde introduceren op basis van het futuristische Hyper Force-concept, onderzoekt nu “verschillende routes” voor de volgende generatie.
Deze verschuiving komt slechts jaren na de presentatie van de verbijsterende Hyper Force, voorgesteld als een brutalistische, hightech evolutie van de GT-R-lijn. De Hyper Force, die in 2023 werd onthuld, beschikte over een waanzinnig vermogen van 1341 pk, gekanaliseerd via een vierwielaandrijving en aangedreven door een geavanceerde solid-state batterij. Nissan was aanvankelijk van plan om dit radicale concept tegen 2030 werkelijkheid te laten worden, ter vervanging van de V6-aangedreven R35 GT-R, die in 2025 met pensioen ging na een opmerkelijke looptijd van 17 jaar.
Nu stelt Guillaume Cartier, Nissans hoofd productontwikkeling en iemand die diep verbonden is met het Europese succesverhaal van de GT-R, echter dat er “geen duidelijk plan” is voor een nieuwe supercar. Hoewel hij persoonlijk het idee steunt om de erfenis van de GT-R voort te zetten, lijken praktische overwegingen een schaduw te werpen op deze elektrische visie.
Verstuiving op de luxe EV-markt
Deze pauze in Nissans strategie voor geëlektrificeerde supercars sluit aan bij de bredere uitdagingen waarmee fabrikanten van luxe- en sportwagens worden geconfronteerd die proberen over te stappen op volledig elektrische aandrijflijnen.
In de hele sector dwingt de lauwe vraag naar elektrische voertuigen binnen deze doorgaans door benzine aangedreven segmenten tot aanpassingen. Maserati schrapte onlangs zijn plan om een elektrische versie van de MC20-supercar aan te bieden; Lotus heeft plannen voor een elektrische Emira-vervanging uitgesteld; Porsche verlengde de levenscyclus van zijn benzinemotoren 718 Cayman en Boxster; en Polestar zette zijn krachtige, volledig elektrische roadster voor onbepaalde tijd stil.
Cartier koppelde de onzekerheid van Nissan niet expliciet aan deze markttrends, maar hij erkende wel dat een nieuwe GT-R wereldwijd geen grote volumeverkoper zou zijn. Hij benadrukte Europa (met name Groot-Brittannië, Zwitserland en Duitsland) als belangrijke markten met een oprechte belangstelling voor dergelijke auto’s, terwijl andere regio’s minder enthousiast blijven.
De directeur schetste zorgvuldig de opties van Nissan en benadrukte dat “de impact en aandacht voor het merk” belangrijk blijft ondanks het beperkte commerciële potentieel van de GT-R. Dit suggereert dat Nissan de volgende GT-R in de eerste plaats zou kunnen zien als een halo-auto: een krachtig symbool van prestaties en technologische bekwaamheid, ontworpen om het algehele prestige van het merk te versterken in plaats van als een belangrijke bron van inkomsten.
De toekomst van de legendarische GT-R blijft in ambiguïteit gehuld, waarbij Nissan de aantrekkingskracht van elektrificatie afweegt tegen de realiteit van de marktvraag en strategische prioriteiten.
